- Zakenbank Goldman Sachs verwacht geen grote opleving van de inflatie als gevolg van de onrust rond de belangrijke vaarroute door de Rode Zee.
- De transportkosten van de containervaart en andere vracht zijn flink opgelopen door de aanvallen van de Jemenitische Houthi-rebellen.
- Analisten van Goldman Sachs zien echter twee redenen waarom het effect van hogere transportkosten op de totale prijs van producten beperkt is.
- Lees ook: Zo hard daalt het scheepsverkeer dat door het Suezkanaal vaart – transportkosten Shanghai-Rotterdam fors hoger
De kosten van de commerciële scheepvaart stijgen hard door de militaire dreiging in de Rode Zee. Containerschepen en andere vaartuigen die tussen Azië en Europa varen, nemen daardoor steeds vaker de langere route via de zuidpunt van Afrika.
Toch heeft dit uiteindelijk weinig effect hebben op de inflatie, denkt de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs.
Sinds oktober vorig jaar worden vrachtschepen steeds vaker aangevallen door Houthi-militanten, een door Iran gesteunde Jemenitische groepering, als vergelding voor de Israëlische bombardementen in Gaza. Door militaire interventie van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zijn sommige aanvallen verijdeld, maar ze zijn niet helemaal gestopt.
Sommige analisten wijzen erop dat de onrust rond de belangrijke vaarroute de prijzen van goederen kan doen stijgen. Bedrijven maken immers meer kosten door om te varen via de zuidelijke punt van Afrika. Dit kan vervolgens worden doorberekend in de uiteindelijke productprijzen.
De kosten van het containervervoer tussen Shanghai en Rotterdam zijn de afgelopen maand verdrievoudigd, signaleerde topeconoom Torsten Sløk van private equity-investeerder Apollo Management vorige week in een rapport. Ook Goldman Sachs ziet fors oplopende kosten.
Waarom de onrust rond de Rode Zee geen inflatiepiek zal veroorzaken
Toch denken analisten van zakenbank Goldman Sachs dat de inflatoire druk van hogere transportkosten beperkt zal blijven. Daar zijn twee redenen voor.
Ten eerste gaat de kostenstijging van het vervoer niet gepaard met de sluiting van fabrieken in Azië of een stijgende vraag naar producten in Europa. Tegen het einde van de coronacrisis, in 2021 en 2022, zorgden die factoren wel voor een enorme inflatiepiek.
"In tegenstelling tot de stijging van de transportkosten in 2021 en 2022, vindt de huidige stijging plaats tegen de achtergrond van een betere economische situatie", schrijven analisten van Goldman Sachs in een nieuw rapport. "De wereldwijde productiecapaciteit - die aanzienlijk werd beperkt doordat overheden in China en Zuidoost-Azië fabrieken sloten in reactie op de bezorgdheid over de volksgezondheid - zal waarschijnlijk minder sterk worden beïnvloed door vertragingen in de scheepvaart. Ook krijgt de vraag naar goederen krijgt niet langer een impuls van financiële steunmaatregelen, zoals wel het geval was in de nasleep van de coronapandemie."
Verder wijzen de analisten van Goldman Sachs erop dat de uiteindelijke prijs van consumptiegoederen voor slechts een klein deel bestaat uit de internationale transportkosten. Gemiddeld zou het gaan om zo'n 1,5 procent van de productprijs. Betreft het transport scheepvaart, dan gaat het om slechts 0,7 procent van de consumentenprijs.